18-04-2015 - DOOR JEROEN TROMMELEN -Deelnemen in collectieve zonne-energieprojecten wordt lucratief. Sportkantines, scholen, kantoren: duizenden vierkante meters dakruimte liggen braak.
Rond 1800 was het huidige Haagse tennispark Thor de Bataaf nog een boerderij
van Willem Heytfeld, een patriot die vanuit Frankrijk naar Nederland was
teruggekeerd tijdens de Bataafse Republiek. In de omgeving werd hij de Bataafse
boer genoemd. Die naam werd bewaard in de latere tennisclub die begin deze eeuw
fuseerde met tennisvereniging Thor.
Vanwaar deze Haagse tennisgeschiedenis? Omdat patriot Heytfeld zijn kachel
stookte met turf die hij vlak bij huis zelf uit de grond stak. Zo wekte hij
zijn eigen energie op. Dat doet het tennispark binnenkort opnieuw, en deze keer
duurzaam. Met dank aan een regeling uit het Energieakkoord waarvan veel méér
verenigingen, bedrijven, scholen, zwembaden en particulieren in Nederland
gebruik zouden kunnen maken. Als ze maar zouden weten hoe.
Op de tennishal komen 226 zonnepanelen die door buurtbewoners kunnen worden
gekocht. Die verdienen ze terug via de stroomopbrengst en een korting op hun
energiebelasting. Zo kunnen Hagenaars uit de omgeving die zelf geen geschikt
dak hebben, toch een of meer 'eigen' zonnepanelen beheren.
Het idee is de kern van wat in het Energieakkoord de 'postcoderoos' werd
gedoopt, omdat deelnemers uit hetzelfde of aangrenzend postcodegebied moeten
komen. De regeling stuitte aanvankelijk op kritiek omdat er veel bureaucratie
aan vast zit. Geïnteresseerden moesten samen een corporatie oprichten; bedrijven
mochten er nauwelijks aan meedoen en vaak was er een aparte, dure aansluiting
voor nodig op het stroomnetwerk.
'De overheid vond dat het geen investeringsproject moest worden. Banken of
financiële instellingen zouden er geen misbruik van moeten kunnen maken', zegt
Stan Verheijen van Solargreenpoint, een bedrijfje dat ondanks de praktische
bezwaren toch diverse projecten van de grond tilde. Inmiddels is de regeling
verbeterd waardoor bijvoorbeeld kleine bedrijven gemakkelijker kunnen meedoen.
Maar nog steeds loopt het niet storm.
De uitdaging is om de interesse van particulieren en lokale initiatiefnemers te
koppelen aan duizenden vierkante meters dakruimte die braak ligt op bedrijven,
sportkantines, scholen en andere gebouwen. Sinds begin deze maand kan dat op de
website solargreenpoint.nl, waar ook geïnteresseerde Groenlezers na het
intikken van hun postcode te zien krijgen welke projecten er in hun buurt zijn.
Wie een dak wil aanbieden of een projectidee heeft, kan er eveneens terecht.
Een vergelijkbare website is zonopnederland.nl, een initiatief in samenwerking
met energieleverancier Greenchoice. De projecten van Solargreenpoint worden
uitgevoerd met Eneco. Voordeel is dat de bedrijven het papier- en regelwerk uit
handen nemen. Nadeel is dat ze leiden tot gedwongen winkelnering. 'Officieel
hoeft dat niet', zegt Verheijen. 'Mensen kunnen klant blijven bij hun eigen
energiebedrijf. Maar door een hiaat in de wetgeving kost het inderdaad veel
tijd en energie om hun energiebelasting en btw met die andere bedrijven te
verrekenen.'
Sinds vorig jaar groeit het aantal bezitters van zonnepanelen in
duizelingwekkend tempo. In juli vorig jaar waren ruim 185 duizend installaties
aangemeld bij de overheid. Een half jaar later waren dat er al bijna 40 duizend
méér. Iemand die zelf zonnepanelen heeft, is financieel voordeliger uit dan in
een collectief. Maar dat voordeel zal gaandeweg worden opgeheven, is de
verwachting.
In een collectief project van Solargreenpoint is de stroomopbrengst ongeveer 15
cent per kilowattuur. Met eigen zonnepanelen op het dak is dat ongeveer 22
cent, omdat die op de energienota verrekend wordt voor het bedrag dat
particulieren betalen voor grijze stroom, inclusief de belasting daarover. Maar
deze 'saldering' gaat na 2017 jaar veranderen, heeft minister Kamp van
Economische Zaken al aangekondigd.
De toekomst heet 'salderen light'. Daarin komt de prijs voor teruggeleverde
zonnestroom op een lager niveau, maar zullen zonnepanelen nog steeds een
rendabele investering zijn. Verheijen: 'Niemand weet precies waar het uitkomt,
maar wij denken dat het ongeveer gelijk is aan de 15 cent per kilowattuur die
collectieve projecten nu opleveren. De voordelen van eigen zonnepanelen wordt
genivelleerd. Collectieve projecten worden relatief aantrekkelijker.'
Er zijn meer aanwijzingen dat de overheid liever dit soort medium-size
zonneprojecten stimuleert dan de veel grote zonneparken die eveneens in
ontwikkeling zijn. Net als windmolens komen die parken in aanmerking voor
SDE-subsidies voor grootschalige stimulering van duurzame energie. Maar per
euro subsidie leveren ze veel minder op dan windmolens, zeker op land. 'Het
inruilen van een grootschalig windpark voor een zonnepark gaat gepaard met
aanzienlijk hogere kosten en dat acht ik ongewenst', aldus de minister onlangs
in de Tweede Kamer.
Het 'niet in mijn achtertuin'-sentiment dat windmolenparken oproepen, ontstaat
ook al bij grote zonneparken, bevestigt Stan Verheijen. 'Grote grondprojecten
brengen een andere dynamiek mee. Ze moeten echt goed geborgd zijn in de lokale
gemeenschap. In Zutphen hebben we onlangs de aanbesteding gewonnen van een
project van 3 hectare. Het wordt zowel door de lokale gemeenschap als de
gemeente en de provincie gesteund en dat was heel belangrijk.'
Bataafse boeren die 10 hectare van hun grond willen beplanten met zonnepanelen
zijn er heus wel geweest, zegt hij. 'Maar dan moet eerst de agrarische
bestemming van de grond worden gewijzigd. En bijvoorbeeld landbouworganisatie
LTO vindt dat alle vruchtbare grond in Nederland bestemd moet blijven voor
landbouw. Ze heeft op die manier al diverse projecten tegengehouden.'
Vragen over milieuvriendelijk gedrag of tips voor deze rubriek?
Mail naar
groen@volkskrant.nl
Er zijn meer aanwijzingen dat de overheid liever kleinschalige zonneprojecten
stimuleert dan de grote zonneparken
(c) De Volkskrant 2015 alle rechten voorbehouden